De uitdagingen van duurzaam en circulair bouwen in 2025 beloven cruciaal te worden. Professionals uit de sector die het hoofd moeten bieden aan klimaatproblemen, zoeken nog meer innovaties om hun praktijken opnieuw uit te vinden. Hergebruik, biogebaseerde materialen en digitale oplossingen worden daarbij geïntegreerd. Aan de hand van de getuigenissen van onze leden – architecten, ingenieurs, projectontwikkelaars, materiaalproducenten en ondernemers – duiken we in de belangrijkste trends die dit nieuwe jaar zullen bepalen.
Duurzame materialen: De trends volgens Jérémy Boomer van Natura Mater
In 2025 zullen drie grote trends de duurzame bouwpraktijken herdefiniëren: hergebruik, biogebaseerde materialen en de valorisatie van post-consumerafval.
Hergebruik is al goed ingeburgerd in Brussel, maar zal een nieuwe fase ingaan dankzij platforms zoals Bazaar. Zulke initiatieven, ondersteund door toonaangevende projecten zoals Usquare en The Arch, bevorderen de integratie van hergebruikte elementen zoals bakstenen, schrijnwerk en metalen structuren op grote schaal. Die voorbeelden bewijzen dat esthetiek, economie en de verkleining van de ecologische voetafdruk samen kunnen gaan.
Biogebaseerde materialen zoals geperst stro en gras blijven terrein winnen. Die innovatieve oplossingen hebben een lage koolstofvoetafdruk en dragen bij aan de opslag van CO₂. Stro, dat vroeger enkel werd gebruikt in landelijke constructies, wordt nu een gewild materiaal in hedendaagse projecten en bewijst zo dat duurzaamheid en moderniteit hand in hand kunnen gaan.
De valorisatie van post-consumerafval neemt toe. Materialen zoals PVC, hout en glas krijgen na hun revalorisatie een nieuwe functie op bouwwerven. De materialen zijn afkomstig uit circulaire kanalen en vormen hoogwaardige, duurzame alternatieven die voldoen aan zowel ecologische als economische Europese regelgeving.
Dankzij die innovaties kunnen gebouwen worden ontworpen die veerkrachtiger zijn, beter aansluiten bij de verwachtingen van professionals én voldoen aan ecologische en economische eisen. 2025 belooft een cruciaal jaar te worden voor een vernieuwde bouwsector.
Stedenbouw heruitgevonden: de aanpak van Simon Claeys, architect bij B2ai
Renovatie wordt de sleutel tot duurzame en circulaire bouw. Bestaande gebouwen hergebruiken vermindert de ecologische impact en behoudt kostbare grondstoffen. Flexibele en aanpasbare structuren zijn essentieel om de levensduur en veerkracht van gebouwen in de toekomst te waarborgen.
Een ander belangrijk aspect is de herbestemming van kantoorgebouwen voor gemengd gebruik. Door de opkomst van telewerk worden veel kantoorpanden onderbenut. Ze kunnen worden omgevormd tot woningen of geïntegreerd in multifunctionele projecten (residentieel, commercieel enz.) om de stadswijken te revitaliseren en de ruimte optimaal te benutten.
Levendige wijken ontstaan door de integratie van verschillende functies. Door monofunctionele ontwerpen te vervangen door veelzijdige projecten, creëren we interactievere, veiligere en duurzamere omgevingen. Het draagt ook bij aan de veiligheid en het welzijn van de bewoners en versterkt de sociale cohesie en de duurzaamheid van de gemeenschappen.
Die drie grote trends tonen een collectieve wil om stedelijke ontwikkeling te herdenken en duurzaamheid, flexibiliteit en veerkracht te combineren om maatschappelijke en ecologische uitdagingen aan te gaan.
Green Deal, digitalisering, samenwerking: de uitdagingen voor ondernemers volgens Sophie Lefert, Valens-Eiffage
De Green Deal van de EU blijft invloed hebben op de sector, vooral op het gebied van renovatie. Ondersteuning voor kmo’s bij het toepassen van milieuvriendelijke initiatieven blijft ook in de komende jaren een belangrijke uitdaging. De energietransitie en de vermindering van CO₂ -uitstoot worden de topprioriteiten voor bouwondernemingen.
De industrialisering van bouwprocessen is in volle evolutie en moet nog verder geoptimaliseerd worden. Geprefabriceerde en gestandaardiseerde elementen zorgen voor een betere controle van de kosten, verbeterde rendabiliteit en een beter beheer van de materialen. Bovendien zorgen die technieken ook voor een hogere bouwkwaliteit en tegelijk een verlaagde arbeidslast.
Ook de bouwsector ontsnapt niet aan de digitalisering en kunstmatige intelligentie (AI). Gegevensbeheer en de digitale transitie zijn topprioriteiten voor ondernemers, onder andere om de verschillende interventies op de werf te standaardiseren. AI belooft trouwens een disruptieve kracht te worden en nieuwe veranderingen in de sector te brengen.
Tot slot zorgt de samenwerking in de sector voor een verschuiving naar meer transversale en geïntegreerde modellen. De traditionele ‘lineaire samenwerking’ ruimt baan voor projecten waarin alle belanghebbenden van bij de eerste stappen worden betrokken en met een duidelijk gemeenschappelijk doel, wat conflicten vermindert en projectefficiëntie verhoogt.
Een bekend probleem is het grote tekort aan arbeidskrachten. Nochtans zijn beroepen in de bouwsector in volle verandering en ontstaan er nieuwe functies dankzij de digitalisering. Die nieuwe vaardigheden valoriseren is essentieel om nieuwe talenten aan te trekken.
Materiaalzuinigheid en hergebruik: de rol van engineering in duurzamer bouwen met Luc Sohier, Ney & Partners WOW
Duurzaam bouwen in 2025 steunt meer dan ooit op twee pijlers: materiaalzuinigheid en hergebruik.
De milieu-impact van structuren verkleinen door minder materialen te gebruiken wordt cruciaal. De voorkeur gaat uit naar bio- en geogebaseerde of hergebruikte materialen. Hout, een uitmuntend biogebaseerd materiaal, slaat CO₂ op en is veelzijdig inzetbaar de bouw. Tegelijkertijd zorgt het hergebruik van materialen zoals beton uit lokale sloopprojecten voor een kleinere ecologische voetafdruk en optimaliseert het de beschikbare grondstoffen. Architecten en ingenieurs spelen een sleutelrol in het integreren van die materialen zonder de structurele integriteit in gevaar te brengen. Productieresten, zoals snijafval van CLT-panelen, kunnen ook gevaloriseerd worden om dat waardevolle materiaal efficiënter te benutten.
Het gebruik van nieuw beton moet worden beperkt tot situaties waarin geen haalbaar alternatief bestaat. Deze aanpak is des te belangrijk aangezien gebouwen verantwoordelijk zijn voor 20 tot 25% van de wereldwijde CO₂-uitstoot, meer dan de transportsector.
Het beperken van sterk milieubelastende materialen is een grote stap richting een duurzamere toekomst.
CityDev: Innovatie, warmtenetten en hergebruik centraal in projecten
Duurzaamheid blijft in 2025 een prioriteit, zelfs in een economisch uitdagende context met een strikte budgetbeheersing. Als openbare projectontwikkelaar is het essentieel om belangrijke innovaties voor de ontwikkeling van het Gewest te vinden en snel toepasbare oplossingen (‘quick wins’) toe te passen die op korte termijn concrete resultaten opleveren.
De integratie van warmtenetten en lokale energieoplossingen, zoals energiegemeenschappen, is ontzettend belangrijk. Bijdragen aan het koolstofvrij maken van energie en kostendalingen op lange termijn moeten nu prioriteit krijgen (bv. BridgeCity en CityGate II).
Een andere focus is de bestrijding van hitte-eilanden en het optimaliseren van doorlatende oppervlakken voor een betere waterinfiltratie. Die maatregelen helpen niet alleen bij de aanpassingen aan het veranderende klimaat, maar verbeteren ook de leefomgeving en de duurzaamheid van de ruimtes.
Hergebruik blijft essentieel, zowel in de vorm van ambitieuze projecten zoals het hergebruik van structurele elementen en technische installaties als bij het hergebruik van goedkopere basismaterialen zoals sanitaire voorzieningen en elektrische accessoires (bv. Copernic, Stevin en Greenbizz II).
Flexibiliteit en modulariteit van ruimtes worden steeds belangrijker om in te spelen op de veranderende gebruikersbehoeften.
Zoals Sophie Lefert opmerkte, zal prefabricatie en off-site bouwen een sleutelrol spelen in 2025. In samenwerking met Embuild en Buildwise zullen binnenkort werkgroepen worden opgezet om de ontwikkeling van lokale Brusselse productieketens te verkennen.
Ontdek de profielkaarten en contactgegevens van de leden die hebben bijgedragen aan het schrijven van dit artikel: