Na een droevig jaar voor menselijke relaties stellen we vandaag meer dan ooit vast dat artsen en verpleegkundigen hun energie en gezondheid hebben uitgeput om de bevolking bij te staan in de verschrikkelijke strijd tegen Sars-Cov-2. Ze zijn opgebrand, en niemand applaudisseert nog voor hen.
Nu moet de uitrol van de verschillende vaccins ervoor zorgen dat de strijd wordt voortgezet. Het wordt echter duidelijk dat niemand met zekerheid kan zeggen wanneer onze maatschappij weer naar een “normale” toestand zal terugkeren, zeker nu er varianten van het virus opduiken.
De maatschappij leeft dus op “gesegmenteerde” wijze en er ontstaan generatieconflicten. Personen raken fysiek en mentaal verzwakt, angstgevoelens en andere stoornissen treden steeds vaker op.
Bovendien zijn er nog altijd verschillende dreigende milieu- en energiekwesties, en hoewel ze op de achtergrond zijn verdrongen, zal hun impact volgens wetenschappers nog veel groter zijn.
Om uit deze gezondheidscrisis te komen, bestaan er dus oplossingen ter aanvulling van de acties van het gezondheidspersoneel.
Als we deze strijd willen winnen, zullen we op meerdere fronten moeten vechten. Een van die fronten is de overdracht van COVID-19 in gebouwen. Wij geloven dat ingenieurs en architecten hier kunnen bijdragen aan de oplossing.
Wat is de basishypothese van de meeste wetenschappers? Het nulrisico bestaat niet.
Dit is dus de aanpak in een paar punten:
- Wat zegt deze hypothese concreet? Het COVID-risiconiveau moet in percenten worden aangegeven.
- Wie legt het COVID-risico vast? De wetgever, via een wet.
- Hoe wordt dit risico gecontroleerd? Via een assessment zoals die welke wordt voorgesteld door de Rehva[1].
- Waarmee stemt dit overeen? Het is vergelijkbaar met een EPB-certificaat, maar dan voor de beoordeling van het risiconiveau van een activiteit.
Hoe zou het in de praktijk gebeuren? Laten we ons inbeelden dat een restauranthouder zijn zaak wil heropenen …
Hij belt daarvoor naar een beëdigd ingenieur/architect; die zal in een Excel-tabel op basis van de vergelijking van Wells-Riley[2] alle kenmerken opnemen van de activiteit die hij wenst uit te oefenen en daarna een controle ter plaatse uitvoeren:
- Aantal personen?
- Zullen de personen luid spreken en/of zullen er fysieke activiteiten plaatsvinden?
- Grootte van het lokaal en hoe wordt het geventileerd?
- Is er een uv-toestel of andere apparatuur die het virus neutraliseert?
Aan het einde van de gegevensinvoer kan de restauranthouder het risiconiveau bekijken.
Stel, de wetgever zegt: “We leggen de risicolimiet vast op 5%”. De restauranthouder komt uit op 6% maar moet onder de 5% zitten om zijn activiteit te openen. Dan zal hij de situatie bespreken met de evaluator en bijvoorbeeld het aantal personen verminderen, een uv-apparaat aanschaffen of voorstellen om meer te ventileren, enz.
Kortom, het procedé berust op individuele analyses zonder veralgemeningen en de restauranthouder kan de compensatiemaatregelen treffen die het beste bij zijn situatie passen.
De evaluator controleert ten slotte het technische onderhoud en als alles in orde is, kan de restauranthouder zijn zaak openen op een manier die voldoet aan de wetgeving.
Kers op de taart: de exploitant kan het certificaat ophangen aan zijn deur om zijn klanten gerust te stellen.
Tot slot herinneren we er nog even aan dat wie een gebouw wil exploiteren sowieso over de volgende zaken dient te beschikken:
- een verslag van de elektrische keuring ;
- een milieuvergunning ;
- een verslag van de brandweer ;
- een EPB-certificaat enz.
Sommige opdrachtgevers pakken graag uit met hun Breeam- of Well-certificaat (gezondheid en welzijn voor de werknemers), dus waarom niet met een Covid Safe-certificaat?
Auteur: Frédéric Oleksandrow, EWA Engineering
Foto: Le Félicien Namur – Business Center Ecolys by Actibel
[1] Federatie van Europese Verenigingen voor Verwarming, Ventilatie en Airconditioning.
[2] Definitie op Wikipedia: “Het Wells-Riley-model is een eenvoudig model voor de overdracht van infectieziekten in de lucht.”
Lees ook: Opleiding voor meer circulaire bouw in Brussel, Greenbizz II, een modelcentrum gewijd aan de circulaire economie, Speelsheid in de openbare ruimte, vector van duurzaamheid, 5 basistips voor een eenvoudig en doeltreffend waterbeheer in gebouwen