Ieder jaar delen heel wat economische en politieke analisten hun vooruitzichten voor de komende jaren. Slechts zelden komen die ook werkelijk uit. In plaats van een kristallen bol boven te halen, heb ik het liever over de evolutie die we de voorbije jaren hebben doorgemaakt. Tot op vandaag.
Duurzaam bouwen is niet langer een droom van geitenwollensokkendragers
Al vijf jaar lang spannen we ons in om gebouwen te ontwerpen met duurzamere aspecten dan bij klassieke bouwmethoden. Aanvankelijk ging het uitsluitend om persoonlijke overtuiging en het feit dat we die in onze ontwerpen wilden weerspiegeld zien. Het was een luxe om te werken vanuit onze eigen zekerheden. Onze winstgevendheid werd zwaar op de proef gesteld en wij hadden niet het gevoel dat onze klanten echt blij waren met onze aanpak.
Vandaag heb ik het gevoel dat het tij is gekeerd, bij particulieren, architecten, investeerders en beleidsmakers. Het wordt steeds moeilijker iemand te vinden die aangeeft dat duurzaamheid hem of haar volledig koud laat. Sinds 2 of 3 jaar ontmoet ik klanten die mij vertellen dat ze niet met een bepaalde aannemer willen werken omdat die geen ervaring heeft met het gebruik van biogebaseerde materialen. Dit is een duidelijk bewijs voor mijn meest sceptische collega’s dat het duurzaamheidsaspect van ons werk geen gril van utopisten is, maar een wezenlijke investering in de toekomst. Op ruimere schaal hoef je maar een economische krant open te slaan om in te zien dat duurzaamheid deel uitmaakt van alle ernstige investeringsstrategieën.
Vandaag kennen we een exponentiële groei van offerteaanvragen… en wat morgen?
We ontvangen gemiddeld tien offerteaanvragen per week. Enkele maanden geleden haalden we nog niet de helft daarvan. Deze ontwikkeling is geen gevolg van het succes van onze onderneming, maar wel van de stijgende energieprijzen. Potentiële klanten vragen allemaal of we snel beschikbaar zijn: idealiter vóór het einde van het jaar. We moedigen het enthousiasme van het brede publiek om hun woning doeltreffend te isoleren aan, maar betreuren de omstandigheden waarin dit gebeurt.
Er bestaat immers een verband tussen kosten, kwaliteit en de isolatiecoëfficiënt. Bijgevolg is er sprake van een zekere sociale discriminatie volgens het beschikbare budget. Hoewel er premies voorhanden zijn, volstaan die niet om het volledige bedrag van de renovatie te financieren. Bovendien moet de klant alle facturen betalen vooraleer het dossier bij het Brussels Gewest in te dienen.
Dit heeft tot gevolg dat mensen bereid zijn op om het even welke onderneming een beroep te doen, als dit binnen hun budget valt. Dit betekent dat doeltreffende en biogebaseerde isolatie naar de achtergrond verdwijnt, en petrochemisch isolatiemateriaal opnieuw zijn intrede doet. Het risico bestaat dat men te maken krijgt met aannemers die er alleen maar op uit zijn hun winst te maximaliseren, ten koste van de kwaliteit van het werk en de materialen. De huidige crisis kan de aantrekkingskracht van een verkoper die lage prijzen en korte termijnen belooft, vergroten ten opzichte van een ernstige onderneming die eerlijke prijzen en redelijke termijnen aanbiedt volgens haar mogelijkheden (bv. de beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten en de tijd die nodig is om een opdracht naar behoren uit te voeren).
Een moeilijk wervingsproces
Zelfs als we onze onderneming op grotere schaal zouden willen ontwikkelen en toch dicht bij onze waarden van duurzaamheid en kwaliteit blijven, zou het grootste obstakel de werving van personeel zijn. Ik behoor tot de generatie die werd wijsgemaakt dat handenarbeid een tweederangsjob is. Tegenwoordig is bouwen echter een zodanig belangrijke en complexe uitdaging geworden, dat we op alle niveaus van de keten betrokken, gemotiveerde en geïnformeerde mensen nodig hebben. Wat is het nut van een project dat duurzaamheid vooropstelt als de uitvoerders niet inzien dat het essentieel is om de verschillende technische aspecten naar behoren uit te voeren? Zo kan het eindresultaat van een gedurfd idee op een catastrofe uitdraaien.
Anderzijds voelen wij het huidige enthousiasme bij jongvolwassenen om een zinvol beroep te vinden, met een nieuwe belangstelling voor beroepen in de bouwsector. Maar het opleidingstraject is lang en niet altijd vanzelfsprekend vanaf een bepaalde leeftijd. Als we vakmanschap en winstgevendheid (en dus betaalbare prijzen) echter willen samenbrengen, hebben we werknemers nodig die hun opleiding al op jonge leeftijd zijn gestart. Dan kunnen zij als volwassenen het toppunt van hun kunnen bereiken, net als topsporters. Dit zou vervolgens kunnen leiden tot heel wat loopbaanontwikkelingen en een merkbare verbetering van de sector als geheel. In het belang van onze samenleving wordt het dus hoog tijd dat de term ‘arbeider’ dezelfde uitstraling krijgt als ‘arts’ of ‘advocaat’.
Verder is er nog de verloning van arbeiders en de navenante kosten voor de onderneming. In onze sector (daken en houtconstructies) is het uitvoeren van efficiënte energierenovaties een uiterst veeleisende activiteit. Je moet fysiek en mentaal in topvorm zijn en lange dagen maken. Vaak gaat men uitgeput het weekend in. Worden onze arbeiders voldoende betaald in vergelijking met andere banen? Ik denk het niet. Zijn zij zeer duur voor de onderneming en dus voor klanten? Ongetwijfeld. Deze hoge kosten die handenarbeid met zich meebrengt is volgens mij een van de grootste belemmeringen voor ‘duurzaam en kwaliteitsvol bouwen’. Dus wat circulariteit en hergebruik betreft, wat nog tijdrovender is, heb ik soms het wrange gevoel dat we luidop aan het dromen zijn. Hieraan zou ik een persoonlijke bedenking willen toevoegen: aan het begin van de materialencrisis rond maart 2020, had ik een goed oog in dit herstel van het evenwicht tussen materiaal- en arbeidskosten. Ik had het naïeve idee dat dit tot meer hergebruik zou leiden. Met de huidige inflatie en loonindexering moeten we dat idee weer opbergen! Mogen we hopen op een belastinghervorming die de kosten van onze waardevolle handenarbeid doet dalen?
Er bestaat politieke bereidheid via subsidies, maar de kwaliteitscontrole volstaat niet
We kunnen de Europese en overheidsbudgetten die voor isolatie en duurzaamheid van gebouwen worden toegekend toejuichen. Daar tegenover staat dat dit aspect, waarvan de uitvoering vaak complex is, op het terrein veel te weinig wordt gecontroleerd. Op onze werven voor daken en gebinten zijn we vaak rechter en partij. Ten eerste zijn klanten en soms ook architecten niet altijd goed geïnformeerd over de juiste uitvoeringstechnieken. In dat geval wagen slechts weinigen zich op onze hoogten om het uitgevoerde werk te inspecteren. Om nog maar te zwijgen van de EPB-certificaties waarbij vaak geen rekening wordt gehouden met de juiste toepassing van de gebruikte materialen.
Het zou interessant zijn om de kwaliteit van het geleverde werk strenger te controleren, eventueel zelfs met bijkomende premies voor klanten die de juiste professionals kiezen.
Welkome steun via het netwerk van de cluster ecobuild.brussels
Sinds we effectief lid zijn geworden van de cluster, hebben we verschillende aanbiedingen gekregen van architecten en ontwerpbureaus. De solidariteit en de verbondenheid tussen professionals lijken inderdaad een troef te zijn om opdrachtgevers bewust te maken van de kwaliteit van een perfect geïsoleerd dak.
Conclusie
Ook al lijkt energieprestatie in de renovatiewedloop het sleutelwoord te zijn voor wie eind 2022 nog over een budget beschikt, professionals mogen zich niet laten overweldigen door kwantiteit ten koste van kwaliteit.
En als beleidsmakers er echt voor willen zorgen dat duurzame, circulaire en kwaliteitsvolle renovaties niet het voorrecht blijven van enkelingen, dan wacht hen een enorme taak op het vlak van belastinghervormingen. Dan kunnen bouwers met hun budget eindelijk de lonen van goedbetaalde geschoolde arbeiders betalen zonder de loonkosten van ondernemingen te belasten.
Auteur: Jérôme Hamoir, Medebeheerder bij Carpentari
Lees ook: De Materatek, een ruimte om je duurzame ambities waar te maken; Een woord van de voorzitster; Van afval tot kunstwerkjes; Volta XL: ecologisch renoveren en inclusief wonen