In een trendy wijk in Elsene (Brussel) verrijst Volta XL: op 12.000 m2 werd een prachtige, honderd jaar oude hal omgebouwd tot 30 woningen en bedrijfsruimte. Volta wil een gemengd, intergenerationeel en toegankelijk project zijn. En het geheel wordt ontwikkeld als een coöperatie, naar het model van de Community Land Trust en op een ecologische manier. Een voorbeeldproject waarover we spraken met de architecten Michel Toussaint en Christophe de Nys (Twyce Architects, cOarchi).
Wat zijn de uitdagingen van uw/jullie project?
De omvang op zich is al een uitdaging voor een structuur als de onze, waar mede-eigendom en coöperatieve processen bij komen kijken. Een eerste uitdaging bestond erin om kopers bijeen te brengen en de organisatorische en financiële uitdaging aan te gaan om op heel korte termijn het vastgoed te kopen.
Vanuit architecturaal oogpunt was het ook een uitdaging om de restauratie van waardevol erfgoed te combineren met de renovatie van een gebouw van minder architecturaal belang. Op milieuvlak wilden wij een voortrekkersrol spelen inzake energie en het gebruik van hernieuwbare en ecologische materialen, maar ook wat biodiversiteit betreft.
Op sociaal en maatschappelijk vlak, ten slotte, kiezen wij voor een gemengd, intergenerationeel model, en streven wij ernaar de eigendom toegankelijk te maken voor jongere en minder bevoorrechte kopers. In het professionele deel richten wij ons op geëngageerde actoren die onze waarden delen.
Een cohousingproject opzetten kan ingewikkeld zijn. Hoe pakken jullie dat aan en wat zijn de voordelen?
Wij blijven in de eerste plaats verantwoordelijk voor de haalbaarheid en de technische uitvoering, maar wij hebben competenties ontwikkeld op het vlak van groepsbegeleiding en het participatief ontwerpen van projecten. Dat werk vraagt tijd en energie. Maar het stelt ons ook in staat om verschillende kopers (in dit geval een vijftiental) samen te brengen en vooral de toewijzing van ruimten te optimaliseren, meer bepaald door het samenvoegen van werk- of ontspanningsruimten zoals vergader- of feestzalen, gemeenschappelijke tuinen, moestuinen …
Dat heeft allemaal directe gevolgen voor het milieu. Een voorbeeld: het project omvat grote beplante oppervlaktes, ook op daken. Ook beperken we het aantal parkeerplaatsen dankzij deelvoertuigen en de afgestemde keuze voor zachte mobiliteit.
Bij dit project zijn we nog een stap verder gegaan door een speciale stichting op te richten. We hebben daarbij gekozen voor de Community Land Trust, een innovatieve aanpak waarbij de grond niet wordt verkocht, wat de drempel verlaagt om eigenaar te worden.
En op het vlak van financiering?
Triodos Bank financierde 71 % van de aankoop (30 % van de totale kosten, geraamd op 35 miljoen). Maar de impact van Triodos ligt niet zozeer in de toegekende bedragen, dan wel in het vermogen om dergelijke atypische projecten op te zetten en te begeleiden. Die projecten zijn immers veel complexer en evolueren meer dan die van een traditionele projectontwikkelaar, aangezien ze de mede-eigenaars bij elke beslissing betrekken. Bovendien hadden wij een bezettingsgraad van maar 40 % op het ogenblik van de aankoop. Weinig banken durven zich te wagen aan een dergelijk avontuur, dat een bepaalde onzekerheid met zich meebrengt en specifieke deskundigheid vereist. Triodos Bank heeft meer gedaan dan alleen de lening verstrekken. Zo hebben wij bijvoorbeeld een korting op de rentevoet gekregen omdat wij ervoor kozen een stichting op te richten, in een aanpak van maximale transparantie. Via je daden laat je je waarden zien, en dat is precies wat Triodos Bank doet.
Auteur : Martin Collette, Triodos
Fotos : Twyce Architects
Lees ook: Cork-city-2021-hoe-zal-het-leven-er-over-80-jaar-uitzien?; Groendaken nog groener?; Voortaan moet architectuur (absoluut) inspiratie putten uit de natuur; Elektrotechniek voor de energietransitie.