11/09/2025 - URBAN RALLY in Jette - Schrijf u in

Naar een nieuwe dematerialiteit? Stoffen – materialen – materialiteit

Vóór we het hebben over een ‘dematerialiteit’ in de architectuur – een intrigerend, zij het dubbelzinnig begrip – moeten we misschien eerst stilstaan bij wat we bedoelen met materialiteit .

In ons vakgebied verwijst ‘materialiteit’ niet naar de zuivere materie, noch naar materialen op zich. Het gaat om iets anders: een ervaring, een aanwezigheid, een tastbare kwaliteit als gevolg van de verwerking van materialen.

Materie kan worden beschouwd als een ruw element dat nog niet voor een specifiek doel werd bepaald of bewerkt. We definiëren materie als ‘datgene wat een massa heeft en volume in beslag neemt’. Het gaat om een primaire grondstof die aan elke bouwintentie vooraf gaat.

Een materiaal is al op een gebruik gericht. Het werd gekozen, aangepast, afgestemd op bepaalde eigenschappen in functie van een specifiek doel. Er is dus sprake van transformatie, of eerder van intentie.

Zo is een schelp ‘materie’ zolang ze door een schelpdier wordt bewoond. Ze wordt ‘materiaal’ zodra iemand overweegt ze te vermalen, te verbrijzelen en te zeven om ze (als alternatief voor beton) te verwerken in een gewapende vloerplaat. De essentie van de schelp verandert niet, wél de status.

‘Materialiteit’, tot slot, ontstaat uit de ingebruikname. Ze is de uiting van een waarneembare kwaliteit ten gevolge van een specifieke combinatie van materialen. Ze doet een beroep op onze zintuigen, op onze perceptie en verwijst naar het gebruik. Ze zorgt ervoor dat een ruimte beklijft, bruist, ademt, weerstaat of vervaagt. En, wat opmerkelijk is: materialiteit is niet enkel het gevolg van een project. Ze kan het uitgangspunt vormen.

Minder materialiteit

Waar situeren we dematerialiteit in dit alles? In de vermindering. Niet in de verdwijning van materie, maar in een doordachter, strategischer, zuiniger gebruik. Een voornemen om het met minder te doen, om wat al aanwezig is te benutten. Een soort (soms radicale) terughoudendheid die de essentie valoriseert.

Dan hebben we het over:

  • minder materie: sober bouwen, hergebruiken, inpikken, onthullen;
  • minder lagen: minder systemen opeenstapelen, op zoek gaan naar afgewerkte ruwheid, materialen die aan zichzelf genoeg hebben;
  • minder onderhoud dankzij eenvoudige en betrouwbare technologieën, lowtech die zonder permanente aansturing blijft functioneren.

Dat ‘minder’ is geen verlies. Het is een zoektocht naar intelligentie.
Daarbij moeten we letten op wat al functioneert, en de voorkeur geven aan duurzaamheid in plaats van uit te pakken.

Een manier van werken tussen mythe en realiteit.

Wij haalden ons diploma in het jaar 2000.
Een rond, bijna symbolisch getal.
En toch is er in onze manier van werken in essentie niet zo veel veranderd. Die blijft een krijtlijn, een wankel evenwicht tussen utopie en pragmatiek. Wat wél evolueerde, is onze houding.

Vandaag laten we ons leiden door ons gezond verstand. Een vorm van gevoelige rationaliteit. We trachten geen waarheid op te dringen. We bundelen verhalen, vereisten, contexten, middelen. Architectuur is geen dogma, maar een dialoog. Een spel van voortdurend bijsturen, tussen ambitie en realiteit.

De utopie groeide uit tot een mythe, in de nobele zin van het woord: een verhaal waarop wordt voortgebouwd, een richting om in te slaan.
Realisme verankert zich dan weer in de realiteit  die spreekt uit de werf, het klimaat, het budget, de tijd.

Weerbaar, aanpasbaar, betrouwbaar

In een wereld met beperkte middelen wordt elk project een evenwichtsoefening.
Breng onze kunststofvezels, ons gevoel voor vorm en ruimte, onze emoties tot leven met de middelen waarover we beschikken.

Soms betekent dat:

  • afzien van extreme prestaties en kiezen voor weerbaarheid;
  • kiezen voor aanpasbare, herstelbare, leesbare oplossingen;
  • de voorkeur geven aan lowtech in plaats van aan complexe, energieverslindende oplossingen die minder lang meegaan;
  • prestatiegerichte normen en regels met voeten treden.

Niet nutteloos produceren, niet overdadig voorschrijven. Observeren, wachten, pertinent reageren.

Naar een nieuwe dematerialiteit?

Misschien wel.
Echter met een breder bewustzijn rond materialiteit.
Kunstzinnig ruimte scheppen in plaats van die op te vullen.
Door te navigeren als omzichtige, maar nieuwsgierige zeevaarders die zich door gezond verstand (als discreet kompas) laten leiden.

AUXAU ARCHITECTURE

projet artevelde ©severin malaud auxau architecture
Project Artevelde – ©severin malaud – auxau architecture

Meer news