Je kan makkelijker mensen over de streep trekken voor overvloed dan voor matigheid. Het ‘Cradle-to-Cradle[1]’-paradigma, dat in het boek ‘Upcycle[2]’ nader wordt toegelicht, stelt een terugkeer voor naar een duurzame overvloed. Het werd terecht met enthousiasme verwelkomt.
Maar de Mens verwart vaak overvloed met overdaad en plundert genadeloos wat binnen handbereik ligt. Ik ben echter de mening toegedaan dat overvloed ten gunste van allen paradoxaal genoeg enkel mogelijk zal zijn indien onze relatie met de Wereld met meer matigheid is bestempeld.
In 1962 verschijnt ‘Silent Spring’ van Rachel Carson[3]. Dit boek was grondleggend voor de ecologische bewustwording die acht jaar later leidde tot de oprichting van het Amerikaanse agentschap ter bescherming van het milieu[4] (dat sindsdien door een klimaatscepticus geleid wordt …[5]) en in 1972 tot de afschaffing van het befaamde verdelgingsmiddel DDT[6]. In 1973 ging alle aandacht naar aardolie. Er werden economische maatregelen getroffen, vooral om de stijgende olieprijzen onder controle te houden. Daarna ging alle aandacht naar CO2 en andere broeikasgassen. De opeenvolgende klimaatconferenties en ‘energieplannen’ allerlei waren min of meer succesvolle pogingen om de uitstoot ervan terug te dringen.
Gedurende 40 jaar hebben de meesten onder ons het betoog gegrond op minder pesticiden, minder petroleumverbranding, minder CO2. Minder, minder, minder met als logische gevolg dat het publiek afhaakte en de politiek het verhaal niet in een verkiezingsprogramma wist om te zetten.
In 2002 stellen William Mc Donough, een architect en Michael Braungart, een scheikundige een opwekkend paradigma voor dat rechtstreeks berust op cyclische eigenheid van de natuur. Alles wordt op het einde van de levensduur bron van nieuwe leven. Zo noemen het Cradle To Cradle[7]. 11 jaar later verduidelijken de auteurs hun gedachtegang in ‘Upcycle’. ‘Upcycling’ is meer dan hergebruik of recycling: bij ontwerpen en procedures staat niet het “minder schadelijk zijn” centraal, maar wel de winstoplevering voor de Planeet. Zo bijvoorbeeld een fabriek waar het uitstromend proceswater zuiverder is dan het instromend water, gebouwen die meer energie opleveren dan ze verbruiken, materialen die bij ontbinding de bodemkwaliteit verbeteren enz.
Dit maakt overvloed mogelijk: wanneer de handelingen van de mens niet enkel minder schadelijk zijn maar zelfs milieuwinst opleveren, hoeven we ons niets meer te ontzeggen. Als een gebouw winst oplevert voor het milieu, kunnen we er zoveel neerzetten als we willen. Dat is wat ‘Abundance Driven By Design’ betekent.
Deze visie van ‘positieve overvloed’ stemt ons optimistisch, maar is nog niet voor morgen. Ondertussen loert het gevaar om de hoek bij het woord ‘overvloed’. Het sneeuwbaleffect gooit roet in het eten van de klimaatvoorspellers van het IPCC. De urgentie walst de kalenders plat. De nodige tijd om te kunnen overtuigen in plaats van te moeten opleggen scheert zich weg.
In het kader van de voorstellen om in Frankrijk tegen 2050 de “CO2 neutraliteit” te bereiken, heeft de Négawatt[8]-beweging berekend dat de verhoging van de efficiëntie van de energiesystemen reeds 34,5 % daling van de energievraag op eigen rekening neemt.
Zelf vrees ik dat de planeet niet zoveel baat zal hebben bij het efficiënter maken van systemen als gehoopt. Zo bijvoorbeeld zorgt het fors opgekrikt rendement van de LED technologie niet zozeer voor grootschalige energiebesparing dan wel voor meer verlichting en lichtvervuiling[9], die tussen 2012 en 2016 met meer 15 % toenam op wereldschaal[10] (het energiebudget toegekend aan de verlichting is constant gebleven in de rijkste landen en nam toe in de arme- en opkomende landen). De energie-efficiëntie van nieuwe gebouwen neemt toe, maar de Belgische woningen zijn groter dan het Europese gemiddelde. Wallonië zal pas in 2050 paal en perk stellen aan de wildgroei van de energiegulzige vrijstaande woningen.
De mens wil altijd meer of wil niet inleveren op comfort. Systemen worden efficiënter, maar de positieve impact wordt vaak ingedamd door de verhoging van het comfort en bijhorend verbruik die deze efficiëntie mogelijk maakt. De efficiëntie van onze systemen kan de natuur niet schelen. Enkel de ware impact, de absolute cijfers, belangen haar aan.
Daarom geloof ik dat noch de internationale en regionale klimaatdoelstellingen zullen worden behaald, noch de duurzame overvloed van Mc Donough en Braungart ooit waarheid zal worden, tenzij onze verhouding tot de Wereld terug mede op materiële matigheid berust.
Men zegt dat een pessimist een goed geïnformeerde optimist is. De Franse schrijver Eric Emmanuel Schmitt is de mening toegedaan dat optimistisch zijn een strijd is. Een planeetlievende optimist is een moedige pessimist.
Auteur : Nicolas Goubau, Planeetlievende architect en stedenbouwkundige Atelier EUPALINOS. Lid van de Raad van Bestuur ecobuild.brussels
Lees ook : De lean benadering in de bouwsector
[1] « Cradle to Cradle », William Mc Donough et Michael Braungart, North Point press, 2002
[2] « Upcycle : Beyond sustainability – designing for abundance”, William Mc Donough, Michael Braungart, North Point Press, New York, 2013
[3] Silent Spring, Rachel Carson, uitg. Houghton Mifflin, 1962
[4] United States Environment Protection Agency (U.S. EPA), huidige directeur: Scott Pruit, advocaat, senator en openlijk klimaatscepticus.
[5] Energy Firms in Secretive Alliance With Attorneys General, New York Times, Eric Lipton, December 6, 2014. Retrieved November 27, 2017.
[6] Dichloordifenyltrichloorethaan of C14H9Cl5
[7] Afkorting “C2C”.
[8] www.negawatt.org
[9] The world’s appetite for light: Emmpirical data and trends spanning three centuries and six continents (2008), J.Y. Tsao et al., Leukos 6, 259-281 (2010)
[10] « Artificially lit surface of Earth at night increasing in radiance and extend”, Christopher C.M.Kyba et al., Science Advances, 3 (11), e1701528, 2017