De bouwsector slaat nu een nieuwe weg in. De noodzakelijke duurzame transitie om de ecologische voetafdruk van de sector te verkleinen vraagt de overgang van een lineaire economische benadering naar een circulaire benadering. Deze ingrijpende transformatie brengt allerlei uitdagingen en obstakels met zich mee, maar biedt ook kansen voor ondernemers die hieraan willen bijdragen. Brussel telt tal van duurzame initiatieven, projecten en start-ups in de bouwsector. Allemaal proberen ze deel uit te maken van een ambitieus bouwlandschap, waarbij ze soms nog steeds te kampen hebben met de terughoudendheid van veel spelers in de sector om verandering te omarmen.
Ecobuild sprak met de leiders van twee start-ups uit de duurzame bouwsector in Brussel. Ze lieten hun licht schijnen over de ontwikkeling van hun professionele projecten, de valkuilen die ze moeten vermijden en de stappen die gezet moeten worden om de duurzame transitie van de sector te doen slagen.
Streven naar een zinvolle aanpak: het voorbeeld van Degré 47
In maart 2020 stampte Laurane Coornaert haar eigen bedrijf Degré 47 uit de grond om ondersteuning te bieden bij zelfbouw- en duurzame renovatieprojecten. Een Vocatio-beurs hielp haar om haar avontuur op de rails te zetten. Voor de architecte van opleiding is het een geval van twee vliegen in één klap: “Ik dacht er al een tijdje aan om zelfstandige te worden en mijn eigen project te ontwikkelen, iets wat meer zou aansluiten bij mijn waarden en overtuigingen, met name op het gebied van duurzaamheid en een holistische visie op bouwen”. Praktisch gezien biedt ze advies en ondersteuning aan zelfbouwers die hulp zoeken bij hun duurzame bouw- of renovatieproject, zowel in de ontwerpfase als op de werf.

In tegenstelling tot veel bedrijven die te lijden hadden onder de gezondheidscrisis als gevolg van de covid-19-pandemie, was dit een gunstige periode voor de start-up van Laurane Coornaert: “De pandemie en de daaropvolgende lockdown hebben de DIY (Do It Yourself)-beweging uit haar voegen laten barsten, zowel in de bouw als in andere activiteiten. Het aantal zelfbouwers is ook heel snel gestegen, enerzijds door de wens om dingen met hun eigen handen te maken, maar ook gewoon door het financiële aspect. In deze samenloop van omstandigheden waren de diensten van mijn start-up perfect afgestemd op de groeiende vraag”.
Degré 47 mag met trots al enkele prestigieuze projecten op zijn palmares schrijven. Laurane Coornaert is vooral trots op het Decoster-project in Vorst. Dit project, een laureaat van RENOLAB.B, bestond uit het transformeren en herbestemmen van een binnenterrein met een binnenplaats en garages, om er een nieuwe polyvalente zaal en een thematische stadsmoestuin van te maken. “Tijdens dit project werd ik benaderd door het verantwoordelijke architectenbureau, ICI architectes, om een participatieve werf van twee weken in het programma op te nemen, gefocust op het gebruik van bekistingsblokken in kalkhennep om de buitenmuren te isoleren. Ik begeleidde twaalf deelnemers om een hoogstaande kwaliteit te garanderen”. Onder de deelnemers bevonden zich jonge afgestudeerden en architectuurstudenten, mensen die kennis wilden opdoen om een loopbaanswitch naar duurzaam bouwen te maken, en zelfbouwers die de techniek onder de knie wilden krijgen voor hun eigen projecten. “Dit project toont de interesse in technieken op basis van materialen uit biobronnen, zoals kalkhennep, die een rol spelen in de duurzame overgang van de bouwsector. Een van de bijzonderheden van het project was het aanbrengen van isolatie langs de ronde raamkozijnen en het zichtbaar laten van die isolatie, d.w.z. niet bedekken met pleisterwerk. Hiervoor was een zo dicht mogelijke isolatie nodig, maar de voorgemengde hennepkalk van de fabrikant EXIE, was perfect geschikt voor deze taak.” |
Synergieën om te benutten, kansen om te grijpen: Coliseum
In 2023 startten Barthélémy de Callatay en zijn neef Marc-Antoine Coliseum een start-up in de verkoop van circulaire bouwmaterialen (d.w.z. materialen verkregen uit hergebruik of overschotten). Het begon allemaal met een simpele vaststelling:
“In die tijd werkte ik voor een restaurantketen waar duurzaamheid een fundamentele waarde was. Ik was verantwoordelijk voor de indeling van de restaurants en wilde onze gebouwen duurzamer maken, waarbij ik actief op zoek ging naar materialen voor hergebruik. Marc-Antoine werkte in die periode voor een groot scheepsbouwbedrijf en kreeg regelmatig te maken met overtollige materialen aan het einde van een werf. Het was altijd een hele uitdaging om die materialen op de een of andere manier te hergebruiken. We beseften al snel dat we allebei een oplossing konden bieden voor elkaars probleem en dat er een echte synergie tot stand kon worden gebracht voor dit aspect van de bouwsector in Brussel. Hieruit ontstond het Coliseum-project, dat zich opwerpt als leverancier van circulaire materialen aan professionele bouwers”.

Coliseum zorgt voor een just-in-place, just-in-time levering van circulaire materialen, d.w.z. materialen die al een eerste leven achter de rug hebben en via hergebruikkanalen gerecupereerd zijn, en nieuwe materialen die niet meer via de traditionele kanalen verhandeld kunnen worden (overschotten, bestelfouten, kleine gebreken, enz.), samengebracht in de catalogi van de start-up.
Samen met Julien Willem, een ingenieur van opleiding die gespecialiseerd is in hergebruik, is Coliseum snel een vaste waarde geworden in de Brusselse bouwwereld: “Sinds onze lancering zijn we al op verschillende niveaus betrokken geweest bij meer dan 100 projecten. Hieruit blijkt dat er in onze sector vraag is naar onze diensten die circulariteit vergemakkelijken. We zijn ook al partnerschappen aangegaan met een aantal bekende groepen en bedrijven, waaronder Louis De Waele, Eiffage, CIT Blaton, CFE en Democo”. Een klein team dus, maar dat is bewust: Coliseum wil, als facilitator van circulariteit, uitgroeien tot het eerste aanspreekpunt voor bouwbedrijven die op zoek zijn naar een specifiek materiaal: “We willen alle spelers kennen, zodat we zo snel mogelijk kunnen inspelen op de behoeften van onze klanten, door de nodige afbraakwerken en logistieke taken uit te besteden”, aldus Barthélémy de Callatay.
Zijn duurzaam ondernemen en Brussel een match?
In de afgelopen jaren is het aantal duurzame bouwbedrijven in verschillende marktsegmenten in Brussel toegenomen. Die snelle evolutie is te verklaren door verschillende factoren, die een gunstig klimaat hebben gecreëerd voor ondernemers met een sterke duurzame visie.
Ten eerste de aanwezigheid van proactieve en effectieve ondersteunende instellingen, zoals hub.brussels, het Brusselse agentschap voor ondernemerschap, en meer specifiek Greenlab, zijn acceleratorprogramma voor duurzame start-ups. De beslissing van de Brusselse overheid om ondernemers financieel en strategisch te ondersteunen, heeft een nieuwe impuls gegeven aan vele sectoren, waaronder duurzaam bouwen: wie zijn eigen project wil opstarten, wordt niet alleen ondersteund maar ook opgenomen in netwerken van bedrijven. Barthélémy de Callatay en Coliseum hebben het zelf mogen ervaren: “We voelden echte steun van de overheid en kregen subsidies via de projectoproep be.circular. Die twee elementen hebben de lancering van onze start-up een flinke duw in de rug gegeven, en daar zijn we erg dankbaar voor”.
Het samenbrengen van verschillende spelers, vaak met overlappende belangen, maakt het mogelijk om synergieën tot stand te brengen en deugdzame praktijken uit te wisselen tussen spelers die allemaal streven naar een duurzame transitie. Laurane Coornaert benadrukt ook het belang van de aanwezigheid van toonaangevende spelers in circulaire benaderingen: “Rotor, BatiTerre, Natura Mater en BC Materials, om er maar een paar te noemen, hebben de ontwikkeling van de circulaire economie in de bouwsector echt ondersteund. Ze hebben het pad geëffend voor veel andere bedrijven, door de economische levensvatbaarheid aan te tonen, maar ook door te wijzen op de behoefte aan nieuwe duurzame alternatieven in de bouwsector, die nog vaak te veel de boot afhoudt om te veranderen”.
In navolging van deze vooruitstrevende spelers heeft de Brusselse overheid besloten om de voorkeur te geven aan duurzame ontwerpen voor grootschalige openbare aanbestedingen. Als gevolg hiervan zijn voorbeeldprojecten op het vlak van duurzaamheid als paddenstoelen uit de grond geschoten, waardoor steeds meer spelers geïnspireerd worden om te kiezen voor een duurzame en/of circulaire aanpak.
Nog werk op de plank
Misleidende informatie en angst voor verandering
Hoewel Brussel zich ontpopt als katalysator voor de duurzame transitie van de bouwsector, worden start-ups nog steeds geconfronteerd met heel wat uitdagingen die duurzame en/of circulaire ontwikkelingen in de weg staan.
Laurane Coornaert wijst in het bijzonder op het gebrek aan informatie, en zelfs misleidende informatie en vooroordelen, rond duurzame materialen of materialen van biobronnen: “Er is nog veel nood aan informatie en voorlichting om het grote publiek, maar ook alle spelers in de sector, te overtuigen van de weldaden en vooral de voordelen van biologische materialen en circulaire praktijken”. Een ander negatief gevolg van deze situatie is het gebrek aan vakmensen voor duurzame bouwprojecten, omdat ze niet zijn opgeleid in de technieken: “Helaas ontmoet ik nog steeds te veel klanten die moeite hebben om bedrijven te vinden die bereid zijn om biologische materialen te gebruiken, en die de vaardigheden hebben om dat te doen. Toch is er een dynamiek aan het ontstaan: ik heb al opleidingen mogen organiseren voor aannemers over materialen zoals kalkpleister en het isoleren met bekistingsblokken in kalkhennep. Die initiatieven zijn geweldige manieren om knowhow door te geven en de overgang naar duurzamer bouwen te versnellen”, aldus Laurane.
Barthélémy de Callatay maakt een gelijkaardige vaststelling en betreurt het gebrek aan daadkracht en de terughoudendheid van de bouwsector om veranderingen te omarmen. Hij brengt echter een belangrijke nuance: “Het klopt dat veel spelers het nog steeds moeilijk vinden om na te denken over een andere manier van werken dan hun gebruikelijke werkwijze. Anderzijds voelen we dat er een mentaliteitsverandering plaatsvindt en dat elk groot bouwbedrijf werkt met mensen die overtuigd zijn van de noodzaak om circulaire en duurzame praktijken in te voeren. Beetje bij beetje slagen die mensen erin om hun visie te verspreiden naar andere werknemers van het bedrijf, en dat is iets waar we alleen maar blij mee kunnen zijn”.
Snel inzetten op meer zichtbaarheid
Ook de oprichter van Degré 47 betreurt een gebrek aan zichtbaarheid voor duurzame bouwbedrijven, die soms nog in de schaduw staan van bedrijven met meer traditionele methoden: “De steun van overheden en grote privégroepen is essentieel om de huidige dynamiek te versnellen. Door hun vertrouwen te stellen in bedrijven die zich inzetten voor de circulaire economie en werken met materialen uit biobronnen kunnen ze uitgroeien tot pioniers in verandering, andere spelers inspireren om mee te doen en het aantal voorbeeldprojecten vergroten”, aldus Laurane.
Tot slot blijft het logistieke aspect een uitdaging om in te zetten op meer circulariteit. Het ontmantelen, opslaan en vervoeren van teruggewonnen materialen vergt veel meer logistieke inspanning dan een lineaire consumptiebenadering. Logistiek is echter een aspect waar bedrijven naar kijken, en waarvoor veel nieuwe innovatieve oplossingen opduiken, zoals het BCCC (Brussels Consolidation Center). Dit platform bevindt zich in de haven van Brussel en fungeert als een echte logistieke hub voor herbruikbare bouwmaterialen. De materialen komen hier terecht voordat ze naar een nieuwe bouwplaats worden vervoerd.
Een normatief kader om bij te werken
Ondanks de positieve initiatieven van de overheden in Brussel stuiten Laurane Coornaert en Barthélémy de Callatay ook op een evoluerend normatief kader dat nog niet voldoende rekening houdt met materialen van biobronnen of circulaire materialen, wat de implementatie ervan complexer maakt. Barthélémy roept ook op tot nieuwe economische stimulansen voor het gebruik van circulaire materialen: “Hergebruik is arbeidsintensief, waardoor het soms duurder is dan het gebruik van nieuwe materialen. En door nog meer in te zetten op hergebruik, zowel financieel als door de wetgeving aan te passen, zou de overheid twee vliegen in één klap kunnen slaan: het zou de werkgelegenheid stimuleren en de duurzame transitie van de bouwsector versnellen”.

Duurzaam Brussel gaat niet over één nacht ijs
De duurzame transitie van de bouwsector is eerder een evolutie dan een revolutie. In dat opzicht benadrukken onze twee ondernemers het belang van doorzettingsvermogen, actieve educatie voor alle verschillende spelers in de sector en voor het grote publiek, en het creëren van synergieën tussen de bedrijven in de Brusselse bouwsector. “Er zijn enorm veel ondernemers, start-ups en publieke spelers die werken aan een blijvende verandering in het Brusselse bouwlandschap. Het is door onze krachten te bundelen en te delen dat we het proces kunnen versnellen”, aldus Laurane Coornaert.
Vandaag heerst er in Brussel een gunstig klimaat voor de ontwikkeling van duurzame initiatieven die een echte meerwaarde bieden voor de samenleving. De hoofdstad ontpopt zich als het ideale speelterrein voor ondernemers die zich inzetten voor een duurzame en bestendige toekomst: “Duurzaam ondernemen is een buitengewoon en waardevol menselijk avontuur. En het is voor iedereen mogelijk”, besluit Barthélémy de Callatay.