Ontvang al het laatste nieuws over duurzaam bouwen in Brussel door u in te schrijven op onze nieuwsbrief - Lees meer

Search
Close this search box.

Het stedelijke bioom

Het leven als inspiratie
De natuur had geen architecten en stedenbouwkundigen nodig om structuren te ontwerpen die in een specifieke context passen en hun functie perfect vervullen. Wie zich laat inspireren door de natuur en naar die volmaaktheid streeft, moet gebouwen ontwerpen als levende, evoluerende, reactieve en veerkrachtige organismen. Dat vraagt om de ontleding en toepassing van de onzichtbare natuurwetten die al die rijkdom, diversiteit en schoonheid op onze planeet hebben voortgebracht.

De stad zelf is als een levend organisme, opgebouwd uit cellen, weefsels en organen die op elkaar inwerken, reageren op hun omgeving, verouderen, soms ziek worden, maar zich ook kunnen regenereren en kunnen muteren. We kunnen steden beter bevatten als we hun complexiteit vergelijken met die van levende wezens zoals het menselijke lichaam dat bestaat uit miljarden micro-organismen, bacteriën en schimmels die in ons organisme in evenwicht leven en er een complex en veerkrachtig ecosysteem mee vormen.

Al is de hedendaagse stad ook een plaats van excessen, en zoals in elk systeem veroorzaken excessen problemen die moeten worden voorkomen of genezen. Toch moeten stad en natuur niet als tegenovergestelden worden gezien. Mensen kunnen niet zonder stadsomgeving, en de stad kan niet zonder natuur. De twee kunnen perfect naast elkaar bestaan in een mooi evenwicht, met respect voor alles wat leeft.

Systeemcrisis
De zogezegd buitengewone gezondheidscrisis die in 2020 over de hele wereld woedde, is er in werkelijkheid een van de vele in de geschiedenis van de mens. En de mensheid zal zich aanpassen, zoals ze dat altijd al heeft gedaan.

De duizenden doden als gevolg van het virus zijn een menselijke tragedie, maar dat is nog maar het kortetermijngevolg van een crisis die veel verder zal reiken op een systemische manier, met eerst een economische crisis, dan een sociale, en daarna ongetwijfeld een politieke crisis. De coronacrisis zelf is al een resultaat van problemen zoals overconsumptie, uitputting van natuurlijke hulpbronnen en globalisering.

De lockdown die eruit voortvloeide heeft onze levensstijl volledig omgegooid. Zo bewees de crisis hoe flexibel een stad kan zijn om zich snel aan te passen aan nieuwe gedragingen, zowel op het vlak van mobiliteit, consumptie als solidariteit.

Maar naast de paradigmaverschuivingen (productie van goederen en diensten, gecombineerde functies, organisatie van de gezondheidszorg) is de impact ongetwijfeld het grootst op individueel niveau. Deze crisis dwong iedereen om diep na te denken over wie ze zijn, wat ze willen doen met hun (o zo kwetsbare) leven en in welke omstandigheden ze voortaan willen wonen, werken, consumeren en reizen. Welzijn en individuele en collectieve ontplooiing staan daarom meer dan ooit centraal in het ontwerp van leefomgevingen.

Stedelijk ecosysteem
Het stedelijke ecosysteem vereist dus een systematische aanpak om de immer dringendere klimaat-, gezondheids- en sociale uitdagingen het hoofd te bieden. De circulaire economie vormt de kern van die aanpak omdat ze streeft naar een beperkt verbruik van grondstoffen en niet-hernieuwbare energiebronnen via recycling van zowel organische materialen als technische apparatuur.

Vanuit dat oogpunt bewijst houtconstructie altijd opnieuw haar deugden, niet alleen wat betreft de ecologische voetafdruk en het welzijn van de bewoners, maar ook voor de organisatie van de werven. Het principe van “offsite” bouw (prefabricage, droogbouw) met als grote voordelen een kortere bouwperiode, lager energieverbruik en gemakkelijkere uitvoering voor de arbeiders, liet tijdens de lockdown nog een bijkomend voordeel optekenen. De bouwactiviteit wordt namelijk minder vertraagd omdat de prefabricage gebeurt in de werkplaats. Daarnaast is men door het gebruik van lokale materialen (hout uit Europese bossen) niet afhankelijk van verre import, wat eveneens een belangrijk punt is in dit tijdperk waar de beperkingen van globalisering duidelijk zijn geworden.

De veerkrachtigheid van de korte keten is een belangrijke factor in de stedelijke ontwikkeling in het algemeen, maar zeker in de bouwsector.

Combineerbaarheid en omvormbaarheid
De lockdown bracht nog een andere uitdaging voor de stad van morgen aan het licht: gecombineerd gebruik. We kunnen perfect leven, werken en consumeren binnen een bepaalde perimeter, of zelfs in hetzelfde gebouw op voorwaarde dat het groot genoeg is, bedacht is op ieders behoeften en intelligent is ontworpen met een combinatie van een bioklimatologische benadering en een verstandig gebruik van technologie.

Bij alles wat tegenwoordig wordt gemaakt moet meteen aan het einde van de levensduur en recycling worden gedacht, zo ook voor gebouwen. Enerzijds kunnen bestaande gebouwen van bestemming veranderen (veel kantoorgebouwen worden nu bijvoorbeeld omgebouwd tot woningen) en anderzijds moeten nieuwe gebouwen zo worden ontworpen dat hun bestemming tijdens hun levensduur kan worden aangepast en ook dat ze aan het einde van hun levensduur in plaats van te worden vernietigd, kunnen worden gedemonteerd om de grondstoffen te recyclen.

De omvormbaarheid van gebouwen is een uitdaging voor de bouw van morgen, waarbij de leefruimte voor het individu centraal moet staan.

Leefruimte en biodiversiteit
Leefruimte is een bijzonder relatief begrip. Ze hangt af van verschillende parameters die onze perceptie van de ruimte beïnvloeden, te beginnen bij de afmetingen. Het is wetenschappelijk bewezen dat de perceptie van alles wat natuurlijk is (natuurlijk licht, natuurlijke lucht, natuurlijke materialen, planten), een positieve invloed heeft op ons organisme (biofilie), en dus op ons welzijn.

Zo is het terras tijdens de lockdown een onmisbare aanvulling op onze leefruimte geworden. Groen of niet, het is een plek waar men tot adem komt en ontspant. Het is een treffend voorbeeld van een ruimte die in de klassieke beschouwing van een gebouw niet bruikbaar lijkt. Maar het zijn net zulke plekken die mogelijkheden creëren voor ontspanning of sociale interactie, die bevorderlijk zijn voor de individuele en collectieve ontplooiing.

Dat geldt ook voor gedeelde ruimtes, voor gebouwen met meerdere huishoudens tot de openbare ruimte, waar biodiversiteit bovendien een belangrijke en heilzame aanvulling blijkt te zijn voor zowel het individu als voor het subtiele evenwicht dat moet worden bewaard tussen de stad en de natuur. Die biodiversiteit kan worden gevonden in de gebouwen, op gevels en daken, in de openbare ruimte, en worden beheerd in de vorm van gedeelde tuinen om van te genieten of gemeenschappelijke moestuinen om samende vruchten van te plukken. De groenten, het fruit en de geneeskrachtige planten de er groeien herinneren ons eraan dat de mens leeft van leven.

De stad is dus het onderzoeksterrein bij uitstek voor de evolutie van ons gedrag en onze manier van bouwen. De architecten van onze leefomgeving zijn de voortrekkers van dat onderzoek, zij destilleren de complexe organisatorische structuur van de mensheid op deze aarde en kristalliseren ze weer in hun ontwerpen.

Auteur: David Roulin; Architecte – CEO ; Art & Build Architect

Legende van de hoofdfotoBiotope_Biodiversity in the City

Illustraties:

  • Musa_Cities of Tomorrow
  • Pholiage_Biomimetic Approach
  • Timber Construction_New Way Of Building
  • VLXM_ New Way Of Living
  • Nautile Sylvestre_Curved Cross Lamimnated Timber

Lees ook: Gecertificeerd hout: HET hernieuwbare bouwmateriaal bij uitstek; (Over)verhitting in de scholenTo cure or to care?De ESCO’S en de EPC’S ten dienste van de renovatie

Meer news