De Plantin-werf werd door RENOLAB bekroond. Ze ligt op een steenworp van het Zuidstation en heeft een geplande vloeroppervlakte van 2.000 m². De werf is een fantastisch laboratorium om deugdzame bouwpraktijken te testen: een plek waar sociale economie en ecoconstructie elkaar ontmoeten.
De werf onder leiding van Casanovo[1] illustreert hoe best practices op het vlak van ecologische renovatie en sociale integratie kunnen worden geïmplementeerd. Qua ecologische bouwtechnieken hanteert de Plantin-werf efficiënte strategieën om de milieu-impact te minimaliseren. Een eerste strategie: het bestaande zo veel mogelijk behouden en zo uitgebreide sloopwerken vermijden. Die manier van werken vergt van alle betrokkenen intellectuele flexibiliteit. De architecten en ingenieurs moeten het bestaande immers in hun nieuwe ontwerpen integreren. Casanovo gebruikt ook gecertificeerde materialen van biologische oorsprong. Die worden zo verwerkt dat een ontmanteling mogelijk blijft. Het project houdt nu al rekening met de toekomst van het gebouw en het tweede leven van materialen. Het project onderschrijft een circulaire logica door materialen zo veel mogelijk te hergebruiken en afval te beperken door strikt te sorteren.
Het valt ook meteen op dat de Plantin-werf aansluiting vindt bij de Bouwteam-aanpak wat de economie en het ecosysteem van de werf betreft. De belangen van de bouwonderneming en de bouwheer staan hier niet diametraal tegenover elkaar, maar liggen in dezelfde lijn. De financiële keuzes van het project krijgen de steun van de bouwheer, en de mogelijke besparingen vertalen zich in voordelen voor de bouwheer. Bovendien komt er ruimte vrij voor soms duurdere, maar duurzamere materialen.
De lokaal gerichte aanpak van Casanovo zorgt voor een samenwerking met de gebruikelijke leveranciers op lange termijn. Vaak gaat het om kleine bedrijven met een Brusselse verankering. De bouwonderneming streeft niet naar maximale rentabiliteit, maar kiest eerder voor een ecosysteem van Brusselse ondernemers. Daarbij genieten lokale vaklui de voorkeur boven grote bedrijven wanneer er taken moeten worden uitbesteed. Zo worden banen gecreëerd, krijgt de lokale economie impulsen en blijven de winsten binnen de Brusselse gemeenschap. De samenwerking met lokale verenigingen en de betrokkenheid van buurtbewoners bij het bouwproces versterken de sociale relaties en dragen bij tot een harmonieuze integratie van het project in de wijk.
De Plantin-werf is een overtuigend voorbeeld van de wisselwerking tussen sociale economie en ecoconstructie. Via duurzame praktijken waarbij lokale actoren worden betrokken, haalt het project de ecologische en sociale doelstellingen binnen het vooropgestelde budget. Dankzij ecologische bouwtechnieken, gaat de voorkeur uit naar duurzame en lokale materialen én het hergebruik van bestaande elementen om de ecologische voetafdruk te verkleinen. Tegelijk versterkt de sociale economie het plaatselijk economisch weefsel. Er is sprake van duurzame tewerkstelling en steun aan Brusselse vaklieden en KMO’s. Die combinatie toont aan dat de sociale economie aan de basis kan liggen van duurzame innovaties in Brussel en de weg opent naar een veelbelovende toekomst voor die sector. Ecologische en sociale praktijken kunnen hand in hand gaan en ten goede komen aan de gemeenschap en het leefmilieu.
Auteur : Delphine CHAPELIER TIMSONET – Communicatie bij Casablanco
De coöperatie [1] CASANOVO is een algemene bouwonderneming die in de bouwsector de krijtlijnen wil uittekenen van een andere economie en tegelijk de initiatieven met het oog op de professionele integratie van kansarmen door Casablanco wil bestendigen.
