Iedereen is het erover eens dat de energiebesparende renovatie van gebouwen een belangrijke uitdaging vormt in de strijd tegen de klimaatopwarming.
Een onderdeel van die renovatie, die de voorbije jaren grote vooruitgang heeft geboekt, is dat van de energiediensten. Dat zijn de zogenoemde Energieprestatiecontracten (EPC). Energieprestatiecontracten bieden een model voor de uitvoering EN de financiering van de renovatie van gebouwen op basis van een 100% performant mechanisme. De dienstverleners van zo’n contracttype zijn de energiedienstenbedrijven of ESCO’s (Energy Services Companies). In het klassieke model wordt de waardeketen opgedeeld in vele verschillende actoren: auditeurs, studiebureaus, installateurs, aannemers en onderhoudsbedrijven. In het EPC-model worden alle stappen: audit, ontwerp, uitvoering, onderhoud, exploitatie en opvolging van de energieprestatie door één enkel ESCO-bedrijf uitgevoerd. Dat omvat al de technologieën (HVAC, verlichting, zonnepanelen, …) alsook het omhulsel van het gebouw (isolatie, raamwerk en vensters, …). Ook de exploitatie van het gebouw en van de installaties (de regelgeving, de ingebruiknemingsprocessen, het gedrag, etc.) – die al te vaak verwaarloosd wordt – vormt een centraal aandachtspunt van een ESCO. De exploitatie vertegenwoordigt vaak een niet gerealiseerd besparingspotentieel van 20 tot 30%.
In het klassieke model komt geen enkele van de bovengenoemde partijen tussenbeide bij ondermaatse energieprestaties, en dat gebeurt regelmatig. Dankzij de integratie van de waardeketen in een EPC gaat de ESCO een resultaatverbinding aan in de vorm van gegarandeerde energieprestaties. Het prestatie-aspect is rechtstreeks verbonden met het gebruik van ‘functionele en prestatiegebonden’ specificaties in de bestekken, in plaats van ’technische’ specificaties.
Het prestatie-aspect vormt trouwens de basis voor een prefinancieringsmechanisme – via de ESCO of een derde – waarbij de aanvankelijke investering jaarlijks terugbetaald wordt door de gegarandeerde energiebesparingen tijdens de contractduur. Een groot aantal ESCO’s hebben in hun offertes financieringsoplossingen opgenomen, vaak in samenwerking met de banken. De contracten variëren doorgaans van 5 tot 20 jaar in functie van het ambitieniveau en de wensen van de klant.
Aangezien de klant niet altijd vertrouwd is met dat contracttype voor de renovatie van zijn gebouwenpark, wordt vaak een beroep gedaan op een ‘EPC-facilitator’. Die treedt dan op als expert consultant en begeleidt de eigenaar van de gebouwen van A tot Z. Hij gidst en adviseert de klant vanaf de strategische fase via de oproep tot mededinging van de ESCO’s tot de keuze van de ESCO die het EPC zal uitvoeren. Hij staat ook in voor de onafhankelijke opvolging van de prestatie, en ziet toe op de naleving van de beheersprincipes van de totale kosten (TCO).
De energieprestatiecontracten hebben de snelste groei gekend in de sector van de overheidsgebouwen. Daar werd de essentie van de vele voordelen van het EPC verzameld: mogelijkheid om meerdere (tientallen) gebouwen te groeperen in één enkel project, grootschalige besparingen, lagere transactiekosten, tijdwinst bij de uitvoering, aanzienlijk minder risico’s op ondermaatse energieprestaties, financieringsoplossing ‘exclusief overheidsschuld’. Die volledige of deelse ‘deconsoliderende’ financieringsoplossing voor de overheidsinstanties – die door Eurostat is goedgekeurd – is een belangrijke troef van de EPC’s. Bijgevolg zijn de EPC’s net zoals de PPP’s (Publiek-Private Partnerschappen) de enige andere oplossing geworden voor de financiering van de grootschalige energierenovatie. Bovendien zorgt deze ervoor dat de rekeningen van de Staat, de Gewesten, de provincies, de steden, de gemeenten en andere overheidsinstanties niet worden gekelderd. Het is bijgevolg niet onlogisch dat steeds meer publieke actoren gebruik maken van het EPC voor hun financieringsbehoeften in 2030, 2040 en 2050.
Ook private tertiaire gebouwen en sommige KMO’s maken reeds gebruik van de energiediensten. Het ‘Energy Efficiency as a Service’-principe (waarbij het energiebeheer in onderaanneming wordt gegeven) wordt daar goed aanvaard.
Wie denkt dat de energieprestatiecontracten reeds lang bestaan, heeft gelijk. Wie denkt dat de energieprestatiecontracten zijn blijven stilstaan in de tijd, heeft het mis. Het model is niet enkel flexibel, zoals verschillende projecten aantonen, maar is vooral in volle ontwikkeling in het licht van de nieuwe uitdagingen. Een ontwikkeling waarin ons land een voortrekkersrol speelt met het EPC-O (Energieprestatie, -onderhoudscontract), dat ook een energiebesparend onderhoud omvat! Het innovatieve SmartEPC model, dat in 2011 werd gecreëerd, is zelfs een 100% Belgische ontwikkeling! En er ontstaan ook nieuwe EPC-modellen met nieuwe financieringsmechanismen zoals de burgerfinanciering of de participatieve financiering. Andere actoren richten hun aandacht op de opneming van een ‘Demand Response’ in het EPC. We zien vooral een stijgend aantal EPC’s voor ‘zware renovaties’ en het is slechts een kwestie van tijd voordat de eerste renovaties volgens de BENG- normen en zelfs de normen voor passieve of energiepositieve gebouwen hun intrede zullen doen. Ook voor nieuwe gebouwen zouden de EPC-principes in bepaalde gevallen kunnen gehanteerd worden. De voorbije jaren maken ook steeds meer sectoren daarvan gebruik: KMO’s, sociale huisvesting, ziekenhuizen, appartementen in mede-eigendom, etc., en in het Brussels Gewest stijgt het aantal overheidsinstanties dat gebruik maakt van de EPC’s: Regie der gebouwen, Federatie Wallonië-Brussel, Vlaams Energiebedrijf, etc. Men mag gerust stellen dat de EPC’s een mooie toekomst tegemoet gaan. Of ze nu al dan niet een actieve rol willen spelen in deze ontwikkeling, de actoren in de bouw- en renovatiesector hebben er in elk geval alle belang bij om daar meer aandacht aan te besteden,
Auteur: Lieven VANSTRAELEN, Energinvest
Lees ook: Dit bouwmateriaal kent een heropleving, en terecht!; Circulair bouwen creëert nieuwe financieringsmodellen; Welke plaats heeft de natuur binnen de architectuur?; Bericht van de Voorzitter en de Vicevoorzitter