Het aspect ‘circulariteit’ kan in de bouwsector niet langer worden verwaarloosd, aangezien die sector nog steeds verantwoordelijk is voor bijna 40 % van de wereldwijde CO2-uitstoot.
In dit artikel maken we kennis met drie in Brussel ontwikkelde innovatieve circulaire oplossingen als bron van inspiratie voor uw volgende bouw- en renovatieprojecten: de ecocirculaire groendaken van La Ferme Nos Pilifs, het Safety in Circularity label ontwikkeld door SECO Belgium met de steun van BatiTerre en bouwonderneming Jacques Delens en de door Permafungi geproduceerde isolatiepanelen op basis van mycelium. Met uitzondering van de laatste, zijn al die bedrijven lid van de ecobuild.brussels cluster: het netwerk van Brusselse actoren in duurzame en circulaire bouw- en renovatieoplossingen van hub.brussels, het Brussels Agentschap voor Bedrijfsondersteuning.
Ferme Nos Pilifs: een sociaal en circulair initiatief made in Brussels
Ferme Nos Pilifs is een vzw en onderneming voor aangepast werk in Neder-Over-Heembeek (in het noorden van Brussel). Er werken 145 mensen met een beperking. De boerderij is georganiseerd rond verschillende centra, activiteiten en winkels binnen een duurzame en ecologisch verantwoorde aanpak.
Een van de activiteiten is de aanleg van circulaire groendaken. ‘Een groendak is een plat of licht hellend dak met begroeiing. Door het gebruik van (zoveel mogelijk) herbruikbare, gerecycleerde materialen en gerevaloriseerd afval zijn onze realisaties nu ook ecologisch circulair,’ weet Etienne Duquenne, Eco-Gardening Manager bij Ferme Nos Pilifs.
Wanneer de grondstoffen beschikbaar zijn en de werf het toelaat, gebruikt de vzw voor haar daken een eigen circulair substraat uit met compost vermengde baksteen en steenslag. Dat is bijzonder geschikt voor de vegetatie die op daken voorkomt, zoals planten verwant aan vetkruid. Het gebruik van een dergelijk 100% circulair substraat is wellicht uniek in België.
Een dak en een wereld die tot leven komen
Door de aanwezigheid van een laag begroeiing, worden de dakmembranen niet langer rechtstreeks blootgesteld aan de uv-stralen van de zon en zijn ze beter beschermd tegen temperatuurschommelingen, wat hun levensduur aanzienlijk verlengt. ‘Een onbedekt membraan zal vaker uitzetten en krimpen, waardoor er makkelijker microscheurtjes verschijnen die op termijn tot afdichtingsproblemen kunnen leiden. Groendaken zorgen ook voor een natuurlijke thermische en akoestische isolatie.
In steden kunnen groendaken voor heel wat milieu-uitdagingen een aanzienlijk verschil maken. Zo helpen ze het regenwater wegwerken door het als een spons te absorberen. ‘Bij hevige regenval nemen groendaken het water op. Dat wordt pas afgevoerd als het substraat al verzadigd is. Daardoor wordt het rioolstelsel ontlast en raken waterzuiveringsinstallaties minder snel ontregeld. Bovendien bevordert de dakbegroeiing de stedelijke biodiversiteit door onderdak te bieden aan een groot aantal insectensoorten. Groendaken hebben ook een verkoelend effect in de stad, omdat de planten transpireren en de lucht afkoelen.
Daarnaast zijn ze een meerwaarde voor het landschap en de verfraaiing van de leefomgeving voor wie geniet van het uitzicht op een groendak. Om Etienne Duquenne te citeren: ‘Het uitzicht op een tuin is altijd leuker dan het uitzicht op een zwart dak.’
Geen lichtvaardige beslissing
Wie bij de aanleg van een groendak problemen wil voorkomen, moet zich houden aan een minimaal aantal verplichtingen en voorzorgsmaatregelen. Ten eerste moet het dichtingsmembraan van het dak in goede staat zijn. Na het aanbrengen van een begroeiingslaag worden herstellingen immers een pak complexer.
Ten tweede moet het draagvermogen van het dak worden gecontroleerd. Mocht dat onvoldoende zijn, is de aanleg van een groendak onverantwoord. ‘De aanleg van een groendak zorgt voor minstens 100 tot 150 kg/m2 extra belasting op de structuur. Dat is heel wat! Bij zogenaamd ‘intensieve teelten’ kan dat oplopen tot 500 kg/m2 Daarom is het essentieel dat een architect of ingenieur het draagvermogen van het dak berekent, waarschuwt Etienne Duquenne.
Een zinvol circulair programma
Ferme Nos Pilifs besloot onlangs om het aanbod aan circulaire groendaken aan te vullen met geschikte planten van eigen kweek. Een eenvoudige manier om de koolstofimpact verder te verkleinen en tegelijk een biologische teelt te garanderen. ‘In het kader van onze strategie was dat een logische volgende stap. Met onze eigen planten uit onze kwekerij elimineren we de overlast door transport. Bovendien kunnen we zo opteren voor planten die specifieker voor elk type groendak geschikt zijn, wat onze daken nog veerkrachtiger maakt.’
Het ‘Safety in Circularity’ label: steun voor de professionalisering van hergebruik
‘Er moeten meer hergebruikte bouwmaterialen worden verwerkt’: een lovenswaardig streefdoel, dat essentieel is om de bouwsector duurzamer te maken. In de praktijk wordt het hergebruik van materialen vaak afgeremd door een gebrek aan betrouwbare informatie over hun herkomst, hun toestand en de gehanteerde recuperatie- en verpakkingstechnieken. Dat gebrek aan traceerbaarheid en informatie wekt terecht wantrouwen op bij architecten en aannemers die niet aansprakelijk willen worden gesteld voor het gebruik van materialen waarvan de betrouwbaarheid niet kan worden gewaarborgd.
Naar aanleiding van die problematiek biedt het onafhankelijk technisch controlebureau Seco Belgium sinds begin januari een nieuw label aan: Safety in Circularity, dat de kwaliteit erkent van de processen waarmee bedrijven bouwmaterialen terugwinnen. Het label – een van de laureaten van de projectoproep BeCircular 2020 van het Brussels Gewest – wil de knowhow van bedrijven die bouwmaterialen recupereren erkennen om het hergebruik ervan te stimuleren.
Een duidelijke scope als uitgangspunt
SECO werkte het kader voor het label uit op basis van de praktijkervaring van twee gespecialiseerde Brusselse bedrijven met ervaring in het hergebruik van materialen: BatiTerre en Jacques Delens. Carine Hiernaux, Innovation & Development Manager bij SECO Belgium, coördineerde de uitwerking van het label: ‘We wilden het professionalisme benadrukken van de actoren die voor herbruikbare materialen zorgen. En dat via geruststellende informatie over de kwaliteit van materialen die voor een nieuwe toepassing ter beschikking worden gesteld. Op basis van het label kunnen bouwheren kiezen voor een partner met erkende vakkennis. Anderzijds kunnen bouwondernemingen die het label voeren hun knowhow en hun betrokkenheid bij de transitie naar meer duurzaam bouwen benadrukken.’
Dankzij de gecombineerde expertise van die drie bedrijven, werd een eerste referentielijst voor materialen in het Brussels Gewest (de initiële context van het project) opgesteld. Vanaf nu kan een label voor borstweringen, verhoogde vloeren, kranen en sanitaire installaties worden aangevraagd. Die lijst ligt zeker nog niet vast en het label zal wellicht snel evolueren in functie van de vragen op de markt (isolatiematerialen, bakstenen, …). Bij elk materiaaltype wordt een onderscheid gemaakt tussen 3 processen: afbraak en sloop, behandeling en opslag. De transparantie die nodig is om het vertrouwen in de aangeboden hergebruikte materialen te herstellen, wordt verzekerd door het doorspelen van alle over het materiaal beschikbare informatie via een productfiche. Er werd trouwens een template voor technische fiches uitgewerkt. Daarop worden met name de technische eigenschappen vermeld die minimaal noodzakelijk of verplicht zijn in functie van de betrokken materialen (lambdawaarde, brandgedrag, …).
Uiteraard kan een bedrijf een label krijgen voor één of meerdere materialen en voor één of meerdere fases in het hergebruikproces. Het label is flexibel en past zich aan de omvang van elk bouwbedrijf in elk Gewest van ons land aan.
Hoe werkt het?
Elke onderneming die het label wil aanvragen, kan surfen naar de website safetyincircularity.be en daar het contactformulier invullen. Na goedkeuring van de offerte komt een onafhankelijke en door SECO Belgium gekwalificeerde auditeur langs voor een evaluatie. Die auditeur bezoekt de kantoren en werkplaatsen (of een werf) van de bouwonderneming om te komen tot een exhaustieve evaluatie van de betrokken fases in het hergebruikproces (afbraak, behandeling, opslag). En dat voor elk type materiaal waarvoor een label werd aangevraagd;
Is de evaluatie positief, dan krijgt de onderneming een label in de vorm van een document dat op naam van het bedrijf wordt afgeleverd en dat een overzicht bevat van de types materialen en de fases in het hergebruikproces die voor een bepaalde periode werden gecertificeerd. In het bijgevoegde certificeringsrapport staat alle relevante informatie uit het evaluatieproces. Na aflevering is het label 3 jaar geldig, al kan het wel worden verlengd. Om de evolutie in een gecertificeerd bedrijf op de voet te volgen, is er jaarlijks een tussentijdse evaluatie.
Tijdens de eerste contacten informeert SECO het bouwbedrijf over de globaal te doorlopen procedure en de informatie die minimaal moet worden doorgespeeld om de officiële labelaanvraag te kunnen opstarten. Carine Hiernaux legt uit: ‘Zo kunnen we desgevallend wijzen op de aspecten in een proces die moeten worden verbeterd of gewijzigd vóór de eigenlijke certificeringsaanvraag wordt ingediend.’
En daarna?
Het certificeringskader is flexibel en modulair, zodat het snel naar andere types materialen kan worden uitgebreid: ‘Wanneer we merken dat een bedrijf een aanvraag indient voor de certificering van een ander type materialen, doen we er alles aan om die zo snel mogelijk in orde te brengen. Het label werd immers in het leven geroepen om de evolutie naar een meer circulaire bouwsector te stimuleren.’ Het staat dan ook open voor alle geïnteresseerde bedrijven.
Het Safety in Circularity label is hoe dan ook een eerste cruciale stap in de erkenning van bedrijven die zich richten op het hergebruik van materialen in de evolutie naar een circulaire bouwsector en in de normalisering van best practices. We kijken vol ongeduld uit naar hoe het initiatief in de toekomst verder zal uitbreiden …
Permafungi: paddenstoelen, niet alleen op ons bord
Sinds 2014 recupereert Permafungi organisch afval – en met name koffiegruis – om in Brussel in korte keten champignons (oesterzwammen) te kweken. De Brusselse onderneming ontplooide stap voor stap activiteiten die maximaal gebruik maken van de mogelijkheden van mycelium (ook wel ‘zwamvlokken’ genoemd). Sinds enkele maanden worden daaruit isolatiepanelen voor de bouwsector gemaakt.
Vóór we die unieke toepassing verder toelichten, willen we even in eenvoudige bewoordingen uitleggen wat mycelium precies is. We laten Victor Thomas, wetenschappelijk verantwoordelijke bij Permafungi, aan het woord.
‘Even een vergelijking tussen de champignon zoals we die op ons bord krijgen en een appelboom. Eigenlijk vervult het mycelium de functies van de wortels, de stam en de takken van de appelboom, hoewel het eruit ziet als een complex netwerk van ondergrondse witte draden. We kunnen champignons dus beschouwen als de vrucht van het mycelium: een veel complexer organisme dan we op het eerste gezicht zouden denken.’
Afval dubbel gevaloriseerd
Het door Permafungi gerecupereerde koffiegruis wordt in zakken gestopt en opgehangen in de kelders van Tour & Taxis. In de zakken zitten gaatjes waarlangs de oesterzwammen kunnen uitgroeien. Na de oogst wordt de resterende aarde uit de zakken met het mycelium vermengd en daarna gedroogd. Het resultaat is een stijve substantie, die er een beetje als kunststof uitziet. Dat noemen we mycomateriaal.
Toepassingen in de bouwsector
Aanvankelijk experimenteerde Permafungi met het mycomateriaal voor de productie van verlichtingsarmaturen en andere interieurobjecten. Die productie loopt nog steeds, maar na een aanbesteding van de Stad Brussel rond koolstofneutrale isolatiematerialen maakte Permafungi voor het eerst panelen uit mycomateriaal, omwille van de talloze eigenschappen die zich daartoe lenen. Mycomateriaal beschikt immers over efficiënte thermische en akoestische prestaties en is vooral onontvlambaar:
‘We mogen niet vergeten dat bij een woningbrand de aanwezigheid van traditionele isolatiematerialen (glas- of rotswol) de overlevingskansen van mensen die tussen de vlammen gevangen raken aanzienlijk verlaagt.’
In de bouwsector levert mycomateriaal ook een groot voordeel op qua hernieuwbaarheid van de grondstof. ‘Een vergelijking tussen materiaalbronnen is veelzeggend: mycelium is een organisme dat zich 1.000 keer sneller ontwikkelt dan bomen,’ bevestigt Victor Thomas.
Permafungi is nog in volle groei en koestert grootse ambities. Op termijn wil het bedrijf een onderdeel vormen van de recyclagecyclus van grote (industriële) bedrijven en gemeenten in Brussel door al hun organisch afval te recupereren en te verwerken voor de productie van mycomaterialen.
Er moet nog een lange weg worden afgelegd om de Europese doelstellingen rond een koolstofneutrale economie tegen 2050 te halen, maar de bouwsector is zich bewust van zijn impact en toont zich ondernemend en reactief. In die context zijn ontwikkelingsondersteunende projecten – zoals de ecobuild.brussels cluster van het hub.brussels Agentschap – essentieel om de concurrentiekracht van bedrijven met een positieve ecologische impact te versterken en mee te werken aan de verspreiding van circulaire praktijken.
Safety in Circularity
Safety in Circularity
Ferme Nos Pilifs
Safety in Circularity
Safety in Circularity
Ferme Nos Pilifs
Ferme Nos Pilifs
Ferme Nos Pilifs
Permafungi
Permafungi
Permafungi
Permafungi
Permafungi
Permafungi
Permafungi
Permafungi
Permafungi